Achterconstructies

Traditioneel wordt leisteen op een vol dakbeschot bevestigd. Vroeger werden de zolders onder daken niet verwarmd en was de constructie niet geïsoleerd. Hierdoor was er voldoende natuurlijke ventilatie. Tegenwoordig worden daken echter wel geïsoleerd en de ruimte eronder verwarmd. Hierdoor is goede regulatie van de vochthuishouding nodig. Dit kan op twee manieren. Of er wordt een spouw tussen het leisteen en het dakbeschot aangebracht om het vocht naar buiten te transporteren. Of het dak wordt dampdicht gemaakt, zodat vocht geen kans krijgt door de isolatie heen aan de onderkant van de leisteen te condenseren. Voor een leistenen – maar ook zinken – dak is vocht van binnen uit [condensatie] een grotere vijand dan vocht van buiten af [regen]. Condensatie aan de binnenzijde is moeilijk waarneembaar. Het wordt pas merkbaar als de houten onderconstructie door houtrot is aangetast. Dus als het te laat is.

Draagconstructies

Voor nieuwbouw daken en gevels engineert Ridder per project de optimale achterconstructie. Als draagconstructies worden toegepast beton, canalureplaat, HSB dakdozen en traditionele houten balken. Voor welke constructie wordt gekozen, hangt af van diverse factoren als ontwerp, constructie, isolatie en vereiste uitvoeringssnelheid. Ridder is specialist in de engineering en realisatie van draagconstructies. Dit doen we in nauw overleg met de andere partners in het bouwproces.

Uiteindelijk gaat het om de buitenkant

We zien vaak dat draagconstructies dermate ingewikkeld worden uitgevoerd, dat er geen budget meer overblijft voor de leistenen buitenkant. Door in een vroeg stadium met Ridder te overleggen, kunnen wij de meest economische achterconstructie uittekenen. Zo hoeft er aan het einde van de rit niet bezuinigd te worden op een mooie buitenkant.